Zo zegt de HEERE: Ziet, wateren komen op van het noorden, en zullen worden tot een overlopende beek, en overlopen het land en de volheid van hetzelve, de stad en die daarin wonen; en de mensen zullen schreeuwen, en al de inwoners des lands zullen huilen;
Tak mówi Pan: Oto wody występują od północy, i będą jako powódź gwałtowna, a zatopią ziemię i co jest na niej, miasto i mieszkających w niem, dlaczego wołać będą ludzie, i zawyją wszyscy obywatele ziemi.