Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Pobyt mój pomija, a przenosi się odemnie, jako namiot pasterski; oderznąłem żywot swój, jako tkacz; od krosien oderznie mię; dziś, pierwej niż noc nadejdzie, dokonasz mię.