De koning zal rouw bedrijven, en de vorsten zullen met verwoesting bekleed zijn, en de handen van het volk des lands zullen beroerd zijn; Ik zal hun doen naar hun weg, en met hun rechten zal Ik ze richten; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
Król płakać będzie, a książę w smutek obleczony będzie, a ręce ludu w ziemi przestraszone będą. Według drogi ich uczynię im, i według sądów ich osądzę ich, i poznają, żem Ja Pan.