Want Ik ben de HEERE, Ik zal spreken; het woord, dat Ik zal spreken, zal gedaan worden, de tijd zal niet meer uitgesteld worden; want in uw dagen, o wederspannig huis, zal Ik een woord spreken, en hetzelve doen, spreekt de Heere HEERE.
Przeto, że Ja Pan mówić będę, a którekolwiek słowo wyrzekę, stanie się; nie pójdzie w długą, ale za dni waszych, domie odporny! wyrzekę słowo, i wypełnię je, mówi panujący Pan.