Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij zijt dik, ja, met vet overdekt geworden!); en hij liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils.
I roztył Izrael, i wierzgał (otyłeś, stłuściałeś, zgrubiałeś, i opuściłeś Boga, który cię uczynił,) i lekce poważył Boga, opokę zbawienia swego.