Toen nu David in zijn huis te Jeruzalem kwam, nam de koning de tien vrouwen, zijn bijwijven, die hij gelaten had, om het huis te bewaren, en deed ze in een huis van bewaring, en onderhield ze, maar ging tot haar niet in. En zij waren opgesloten tot op den dag van haarlieder dood, levende als weduwen.
I przyszedł Dawid do domu swego w Jeruzalemie; a wziąwszy król dziesięć niewiast założnic, które był zostawił, aby strzegły domu, oddał je pod straż, i żywił je, ale do nich nie wchodził; i były pod strażą aż do dnia śmierci swojej, we wdowim stanie.