Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.
A on dzień Pański przyjdzie jako złodziej w nocy, w który niebiosa z wielkim trzaskiem przeminą, a żywioły rozpalone ogniem stopnieją, a ziemia i rzeczy, które są na niej, spalone będą.