U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis;
Wam tedy wierzącym jest uczciwością, ale nieposłusznym, kamień, który odrzucili budujący, ten się stał głową węgielną,