Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.
Men over Davids hus og over Jerusalems innbyggere vil jeg utgyde nådens og bønnens ånd, og de skal skue op til mig som de har gjennemstunget; og de skal sørge over ham som en sørger over sin enbårne sønn, og klage sårt over ham som en klager over sin førstefødte.