Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik niet! Omdat Mijn schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al het wild gedierte des velds tot spijze geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders naar Mijn schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij niet;
Så sant jeg lever, sier Herren, Israels Gud, sannelig, siden min hjord er blitt til rov, og den er blitt til føde for alle markens ville dyr, fordi den var uten hyrde, og mine hyrder ikke spurte efter min hjord, men hyrdene røktet sig selv og ikke røktet min hjord -