Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn. En Hij zou het gespijsd hebben met het vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met honig uit de rotsstenen.
Kua whangainga hoki ratou e ia ki te witi pai rawa, kua whakamakonatia ano koe e ahau ki te honi i roto i te kohatu.