Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.
Na, ka inoi koe, tomo atu ki tou ruma i roto rawa, a, no ka kati tou tatau, inoi ki tou Matua i te wahi ngaro; a ko tou Matua e kite nei i te wahi ngaro, mana koe e utu.