Zo zonden de kinderen van Dan uit hun geslacht vijf mannen uit hun einden, mannen, die strijdbaar waren, van Zora en van Esthaol, om het land te verspieden, en dat te doorzoeken; en zij zeiden tot hen: Gaat, doorzoekt het land. En zij kwamen aan het gebergte van Efraïm, tot aan het huis van Micha, en vernachtten aldaar.
Na ka tono nga tamariki a Rana i etahi tangata tokorima o to ratou hapu, he hunga maia, i roto i o ratou rohe, i Toraha, i Ehetaoro, hei tutei i te whenua, hei titiro hoki: i mea hoki ki a ratou, Tikina, tirohia te whenua. Na ka tae ratou ki te w henua pukepuke o Eparaima, ki te whare o Mika, noho ana i reira.