Hierom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheƫl, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar gijlieden zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen te vertonen.
Na ka oho a Erihu tama a Parakere Puti, ka mea, He taitamariki ahau, ko koutou ia he koroheke rawa; koia ahau i hopohopo ai, i wehi ai ki te whakaatu i toku whakaaro ki a koutou.