Toen werden te zamen vermaald het ijzer, leem, koper, zilver en goud, en zij werden gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze weg, en er werd geen plaats voor dezelve gevonden; maar de steen, die het beeld geslagen heeft, werd tot een groten berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde.
Katahi ka mongamonga ngatahi te rino, te uku, te parahi, te hiriwa, te koura; kua rite ki te papapa o nga patunga witi i te raumati; kahakina ana e te hau, a kahore noa iho i kitea he wahi mo aua mea. Na, ko te kohatu i akina ai te whakapakoko, kua meinga hei maunga nui, kapi ana te whenua katoa i a ia.