Toen zeide de priester: Het zwaard van Goliath, den Filistijn, denwelken gij sloegt in het eikendal, zie, dat is hier, gewonden in een kleed, achter den efod; indien gij u dat nemen wilt, zo neem het, want hier is geen ander dan dit. David nu zeide: Er is zijns gelijke niet; geef het mij.
Ary hoy Davida tamin'i Ahimeleka: Tsy misy lefona na sabatra va eto aminao? fa izaho tsy nitondra ny sabatro na ny fiadiako etỳ amiko, satria nahamaika ny raharahan'ny mpanjaka.