Psalms 118

Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Celebrate l’Eterno, poiché egli è buono, perché la sua benignità dura in eterno.
Dat Israël nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.
Sì, dica Israele: La sua benignità dura in eterno.
Het huis van Aäron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.
Sì, dica la casa d’Aaronne: La sua benignità dura in eterno.
Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.
Sì, dicano quelli che temono l’Eterno: La sua benignità dura in eterno.
Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte.
Dal fondo della mia distretta invocai l’Eterno; l’Eterno mi rispose e mi mise al largo.
De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een mens doen?
L’Eterno è per me; io non temerò; che cosa mi può far l’uomo?
De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.
L’Eterno è per me, fra quelli che mi soccorrono; ed io vedrò quel che desidero su quelli che m’odiano.
Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.
E’ meglio rifugiarsi nell’Eterno che confidare nell’uomo;
Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.
è meglio rifugiarsi nell’Eterno che confidare nei principi.
Alle heidenen hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
Tutte le nazioni m’hanno circondato; nel nome dell’Eterno, eccole da me sconfitte.
Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
M’hanno circondato, sì, m’hanno accerchiato; nel nome dell’Eterno, eccole da me sconfitte.
Zij hadden mij omringd als bijen; zij zijn uitgeblust als een doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
M’hanno circondato come api, ma sono state spente come fuoco di spine; nel nome dell’Eterno io le ho sconfitte.
Gij hadt mij zeer hard gestoten, tot vallens toe, maar de HEERE heeft mij geholpen.
Tu m’hai spinto con violenza per farmi cadere, ma l’Eterno mi ha soccorso.
De HEERE is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.
L’Eterno è la mia forza e il mio cantico, ed è stato la mia salvezza.
In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.
Un grido d’esultanza e di vittoria risuona nelle tende dei giusti: La destra dell’Eterno fa prodezze.
De rechterhand des HEEREN is verhoogd; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.
La destra dell’Eterno è levata in alto, la destra dell’Eterno fa prodezze.
Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.
Io non morrò, anzi vivrò, e racconterò le opere dell’Eterno.
De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.
Certo, l’Eterno mi ha castigato, ma non mi ha dato in balìa della morte.
Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.
Apritemi le porte della giustizia; io entrerò per esse, e celebrerò l’Eterno.
Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan.
Questa è la porta dell’Eterno; i giusti entreranno per essa.
Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt.
Io ti celebrerò perché tu m’hai risposto, e sei stato la mia salvezza.
De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.
La pietra che gli edificatori avevano rigettata è divenuta la pietra angolare.
Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.
Questa è opera dell’Eterno, è cosa maravigliosa agli occhi nostri.
Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn.
Questo è il giorno che l’Eterno ha fatto; festeggiamo e rallegriamoci in esso.
Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed.
Deh, o Eterno, salva! Deh, o Eterno, facci prosperare!
Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.
Benedetto colui che viene nel nome dell’Eterno! Noi vi benediciamo dalla casa dell’Eterno.
De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar.
L’Eterno è Dio ed ha fatto risplender su noi la sua luce; legate con funi la vittima della solennità, e menatela ai corni dell’altare.
Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen.
Tu sei il mio Dio, io ti celebrerò; tu sei il mio Dio, io ti esalterò.
Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Celebrate l’Eterno, perch’egli è buono, perché la sua benignità dura in eterno.