Numbers 10

Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
וידבר יהוה אל משה לאמר׃
Maak u twee zilveren trompetten; van dicht werk zult gij ze maken; en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering, en tot den optocht der legers.
עשה לך שתי חצוצרת כסף מקשה תעשה אתם והיו לך למקרא העדה ולמסע את המחנות׃
Als zij met dezelve blazen zullen, dan zal de gehele vergadering tot u vergaderd worden, aan de deur van de tent der samenkomst.
ותקעו בהן ונועדו אליך כל העדה אל פתח אהל מועד׃
Maar als zij met de ene zullen blazen, dan zullen tot u vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van Israël.
ואם באחת יתקעו ונועדו אליך הנשיאים ראשי אלפי ישראל׃
Als gij met een gebroken geklank blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten gelegerd zijn, optrekken.
ותקעתם תרועה ונסעו המחנות החנים קדמה׃
Maar als gij ten tweeden male met een gebroken klank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden legeren, optrekken; met een gebroken klank zullen zij blazen tot hun optochten.
ותקעתם תרועה שנית ונסעו המחנות החנים תימנה תרועה יתקעו למסעיהם׃
Maar in het verzamelen van de gemeente, zult gij blazen, doch geen gebroken geklank maken.
ובהקהיל את הקהל תתקעו ולא תריעו׃
En de zonen van Aäron, de priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten.
ובני אהרן הכהנים יתקעו בחצצרות והיו לכם לחקת עולם לדרתיכם׃
En wanneer gijlieden in uw land ten strijde zult trekken tegen den vijand, die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken klank maken; zo zal uwer gedacht worden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, en gij zult van uw vijanden verlost worden.
וכי תבאו מלחמה בארצכם על הצר הצרר אתכם והרעתם בחצצרות ונזכרתם לפני יהוה אלהיכם ונושעתם מאיביכם׃
Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid, en in uw gezette hoogtijden, en in de beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw brandofferen, en over uw dankofferen; en zij zullen u ter gedachtenis zijn voor het aangezicht uws Gods; Ik ben de HEERE, uw God!
וביום שמחתכם ובמועדיכם ובראשי חדשיכם ותקעתם בחצצרת על עלתיכם ועל זבחי שלמיכם והיו לכם לזכרון לפני אלהיכם אני יהוה אלהיכם׃
En het geschiedde in het tweede jaar, in de tweede maand, op den twintigsten van de maand, dat de wolk verheven werd van boven den tabernakel der getuigenis.
ויהי בשנה השנית בחדש השני בעשרים בחדש נעלה הענן מעל משכן העדת׃
En de kinderen Israëls togen op, naar hun tochten, uit de woestijn Sinaï; en de wolk bleef in de woestijn Paran.
ויסעו בני ישראל למסעיהם ממדבר סיני וישכן הענן במדבר פארן׃
Alzo togen zij vooreerst op, naar den mond des HEEREN, door de hand van Mozes.
ויסעו בראשנה על פי יהוה ביד משה׃
Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab.
ויסע דגל מחנה בני יהודה בראשנה לצבאתם ועל צבאו נחשון בן עמינדב׃
En over het heir van den stam der kinderen van Issaschar was Nethaneel, den zoon van Zuar.
ועל צבא מטה בני יששכר נתנאל בן צוער׃
En over het heir van den stam der kinderen van Zebulon was Eliab, de zoon van Helon.
ועל צבא מטה בני זבולן אליאב בן חלון׃
Toen werd de tabernakel afgenomen, en de zonen van Gerson, en de zonen van Merari togen op, dragende den tabernakel.
והורד המשכן ונסעו בני גרשון ובני מררי נשאי המשכן׃
Daarna toog de banier van het leger van Ruben, naar hun heiren; en over zijn heir was Elizur, de zoon van Sedeur.
ונסע דגל מחנה ראובן לצבאתם ועל צבאו אליצור בן שדיאור׃
En over het heir van den stam der kinderen van Simeon was Selumiël, de zoon van Zurisaddai.
ועל צבא מטה בני שמעון שלמיאל בן צורי שדי׃
En over het heir van den stam der kinderen van Gad was Eljasaf, de zoon van Dehuël.
ועל צבא מטה בני גד אליסף בן דעואל׃
Toen togen op de Kohathieten, dragende het heiligdom; en de anderen richtten den tabernakel op, tegen dat dezen kwamen.
ונסעו הקהתים נשאי המקדש והקימו את המשכן עד באם׃
Daarna toog op de banier van het leger der kinderen van Efraïm, naar hun heiren; en over het heir was Elisama, de zoon van Ammihud.
ונסע דגל מחנה בני אפרים לצבאתם ועל צבאו אלישמע בן עמיהוד׃
En over het heir van den stam der kinderen van Manasse was Gamaliël, de zoon van Pedazur.
ועל צבא מטה בני מנשה גמליאל בן פדהצור׃
En over het heir van den stam der kinderen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gideoni.
ועל צבא מטה בני בנימן אבידן בן גדעוני׃
Toen toog op de banier van het leger der kinderen van Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over zijn heir was Ahiëzer de zoon van Ammisaddai.
ונסע דגל מחנה בני דן מאסף לכל המחנת לצבאתם ועל צבאו אחיעזר בן עמישדי׃
En over het heir van den stam der kinderen van Aser was Pagiel, de zoon van Ochran.
ועל צבא מטה בני אשר פגעיאל בן עכרן׃
En over het heir van den stam der kinderen van Nafthali was Ahira, de zoon van Enan.
ועל צבא מטה בני נפתלי אחירע בן עינן׃
Dit waren de tochten der kinderen Israëls, naar hun heiren, als zij reisden.
אלה מסעי בני ישראל לצבאתם ויסעו׃
Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuël, den Midianiet, den schoonvader van Mozes: Wij reizen naar die plaats, van welke de HEERE gezegd heeft: Ik zal u die geven; ga met ons, en wij zullen u weldoen, want de HEERE heeft over Israël het goede gesproken.
ויאמר משה לחבב בן רעואל המדיני חתן משה נסעים אנחנו אל המקום אשר אמר יהוה אתו אתן לכם לכה אתנו והטבנו לך כי יהוה דבר טוב על ישראל׃
Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan; maar ik zal naar mijn land en naar mijn maagschap gaan.
ויאמר אליו לא אלך כי אם אל ארצי ואל מולדתי אלך׃
En hij zeide: Verlaat ons toch niet; want dewijl gij weet, dat wij ons legeren in de woestijn, zo zult gij ons tot ogen zijn.
ויאמר אל נא תעזב אתנו כי על כן ידעת חנתנו במדבר והיית לנו לעינים׃
En het zal geschieden, als gij met ons zult gaan, en het goede geschieden zal, waarmede de HEERE bij ons weldoen zal, dat wij u ook weldoen zullen.
והיה כי תלך עמנו והיה הטוב ההוא אשר ייטיב יהוה עמנו והטבנו לך׃
Zo togen zij drie dagreizen van den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN reisde voor hun aangezicht drie dagreizen, om voor hen een rustplaats uit te speuren.
ויסעו מהר יהוה דרך שלשת ימים וארון ברית יהוה נסע לפניהם דרך שלשת ימים לתור להם מנוחה׃
En de wolk des HEEREN was des daags over hen, als zij uit het leger verreisden.
וענן יהוה עליהם יומם בנסעם מן המחנה׃
Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden!
ויהי בנסע הארן ויאמר משה קומה יהוה ויפצו איביך וינסו משנאיך מפניך׃
En als zij rustte, zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der duizenden van Israël!
ובנחה יאמר שובה יהוה רבבות אלפי ישראל׃