Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.
הוי חשבי און ופעלי רע על משכבותם באור הבקר יעשוה כי יש לאל ידם׃
Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.
לכן כה אמר יהוה הנני חשב על המשפחה הזאת רעה אשר לא תמישו משם צוארתיכם ולא תלכו רומה כי עת רעה היא׃
Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen, en zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers.
ביום ההוא ישא עליכם משל ונהה נהי נהיה אמר שדוד נשדנו חלק עמי ימיר איך ימיש לי לשובב שדינו יחלק׃
O gij, die Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden geen goed bij dien, die recht wandelt?
האמור בית יעקב הקצר רוח יהוה אם אלה מעלליו הלוא דברי ייטיבו עם הישר הולך׃
Maar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.
Maakt u dan op, en gaat henen; want dit land zal de rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het u verderven, en dat met een geweldige verderving.
קומו ולכו כי לא זאת המנוחה בעבור טמאה תחבל וחבל נמרץ׃
Zo er iemand is, die met wind omgaat, en valselijk liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voor sterken drank! dat is een profeet dezes volks.
לו איש הלך רוח ושקר כזב אטף לך ליין ולשכר והיה מטיף העם הזה׃
Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israëls overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen van Bozra; als een kudde in het midden van haar kooi zullen zij van mensen deunen.
אסף אאסף יעקב כלך קבץ אקבץ שארית ישראל יחד אשימנו כצאן בצרה כעדר בתוך הדברו תהימנה מאדם׃
De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun spits.
עלה הפרץ לפניהם פרצו ויעברו שער ויצאו בו ויעבר מלכם לפניהם ויהוה בראשם׃