Voorts geschiedde het in hetzelfde jaar, in het begin des koninkrijks van Zedekia, koning van Juda, in het vierde jaar, in de vijfde maand, dat Hananja, zoon van Azur, de profeet, die van Gibeon was, tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor de ogen der priesteren en des gansen volks, zeggende:
ויהי בשנה ההיא בראשית ממלכת צדקיה מלך יהודה בשנת הרבעית בחדש החמישי אמר אלי חנניה בן עזור הנביא אשר מגבעון בבית יהוה לעיני הכהנים וכל העם לאמר׃