Exodus 39

Zij maakten ook ambtsklederen, om in het heilige te dienen, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken; ook maakten zij de heilige klederen, die voor Aäron waren, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.
ומן התכלת והארגמן ותולעת השני עשו בגדי שרד לשרת בקדש ויעשו את בגדי הקדש אשר לאהרן כאשר צוה יהוה את משה׃
Aldus maakte hij den efod, van goud, hemelsblauw en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen.
ויעש את האפד זהב תכלת וארגמן ותולעת שני ושש משזר׃
En zij rekten uit de dunne platen van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het midden van het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het midden van het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van het allerkunstelijkste werk.
וירקעו את פחי הזהב וקצץ פתילם לעשות בתוך התכלת ובתוך הארגמן ובתוך תולעת השני ובתוך השש מעשה חשב׃
Zij maakten samenvoegende schouderbanden daaraan; aan deszelfs beide einden werd hij samengevoegd.
כתפת עשו לו חברת על שני קצוותו חבר׃
En de kunstelijke riem zijns efods, die daarop was, was gelijk zijn werk, van hetzelfde, van goud, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, gelijk als de HEERE aan Mozes bevolen had.
וחשב אפדתו אשר עליו ממנו הוא כמעשהו זהב תכלת וארגמן ותולעת שני ושש משזר כאשר צוה יהוה את משה׃
Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat in gouden kastjes, als zegelgravering gegraveerd, met de namen der zonen van Israël.
ויעשו את אבני השהם מסבת משבצת זהב מפתחת פתוחי חותם על שמות בני ישראל׃
En hij zette ze op de schouderbanden des efods, tot stenen der gedachtenis voor de kinderen Israëls, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.
וישם אתם על כתפת האפד אבני זכרון לבני ישראל כאשר צוה יהוה את משה׃
Hij maakte ook den borstlap van het allerkunstelijkste werk, gelijk het werk des efods, van goud, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen.
ויעש את החשן מעשה חשב כמעשה אפד זהב תכלת וארגמן ותולעת שני ושש משזר׃
Hij was vierkant; zij maakten den borstlap dubbel; een span was zijn lengte, en een span was zijn breedte, dubbel zijnde.
רבוע היה כפול עשו את החשן זרת ארכו וזרת רחבו כפול׃
En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
וימלאו בו ארבעה טורי אבן טור אדם פטדה וברקת הטור האחד׃
En de tweede rij van een Smaragd, een Saffier en een Diamant.
והטור השני נפך ספיר ויהלם׃
En de derde rij van een Hyacint, Agaat, en Amethist.
והטור השלישי לשם שבו ואחלמה׃
En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een Jaspis; omvat in gouden kastjes in hun vullingen.
והטור הרביעי תרשיש שהם וישפה מוסבת משבצות זהב במלאתם׃
Deze stenen nu, met de namen der zonen van Israël, waren twaalf, met hun namen, met zegelgravering; ieder met zijn naam, naar de twaalf stammen.
והאבנים על שמת בני ישראל הנה שתים עשרה על שמתם פתוחי חתם איש על שמו לשנים עשר שבט׃
Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes, van gedraaid werk, uit louter goud.
ויעשו על החשן שרשרת גבלת מעשה עבת זהב טהור׃
En zij maakten twee gouden kastjes, en twee gouden ringen; en zij zetten die twee ringen aan de beide einden des borstlaps.
ויעשו שתי משבצת זהב ושתי טבעת זהב ויתנו את שתי הטבעת על שני קצות החשן׃
En zij zetten de twee gedraaide gouden ketentjes aan de twee ringen, aan de einden van den borstlap.
ויתנו שתי העבתת הזהב על שתי הטבעת על קצות החשן׃
Doch de twee andere einden der twee gedraaide ketenen zetten zij aan de twee kastjes, en zij zetten ze aan de schouderbanden des efods, recht op de voorste zijde van dien.
ואת שתי קצות שתי העבתת נתנו על שתי המשבצת ויתנם על כתפת האפד אל מול פניו׃
Zij maakten ook twee gouden ringen, die zij aan de twee andere einden des borstlaps zetten, inwendig aan zijn boord, die aan de zijde des efods is.
ויעשו שתי טבעת זהב וישימו על שני קצות החשן על שפתו אשר אל עבר האפד ביתה׃
Nog maakten zij twee gouden ringen, die zij zetten aan de twee schouderbanden van den efod, beneden, aan deszelfs voorste zijde, tegenover zijn andere voege, boven den kunstelijken riem des efods.
ויעשו שתי טבעת זהב ויתנם על שתי כתפת האפד מלמטה ממול פניו לעמת מחברתו ממעל לחשב האפד׃
En zij bonden den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijken riem van den efod was; opdat de borstlap van den efod niet afgescheiden wierd, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
וירכסו את החשן מטבעתיו אל טבעת האפד בפתיל תכלת להית על חשב האפד ולא יזח החשן מעל האפד כאשר צוה יהוה את משה׃
En hij maakte den mantel des efods van geweven werk, geheel van hemelsblauw.
ויעש את מעיל האפד מעשה ארג כליל תכלת׃
En het gat des mantels was in deszelfs midden, als het gat eens pantsiers; dit gat had een boord rondom, dat het niet gescheurd wierd.
ופי המעיל בתוכו כפי תחרא שפה לפיו סביב לא יקרע׃
En aan de zomen des mantels maakten zij granaatappelen van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, getweernd.
ויעשו על שולי המעיל רמוני תכלת וארגמן ותולעת שני משזר׃
Zij maakten ook schelletjes van louter goud, en zij stelden de schelletjes tussen de granaatappelen, aan de zomen des mantels rondom, tussen de granaatappelen;
ויעשו פעמני זהב טהור ויתנו את הפעמנים בתוך הרמנים על שולי המעיל סביב בתוך הרמנים׃
Dat er een schelletje, daarna een granaatappel was; wederom een schelletje, en een granaatappel; aan de zomen des mantels rondom; om te dienen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
פעמן ורמן פעמן ורמן על שולי המעיל סביב לשרת כאשר צוה יהוה את משה׃
Zij maakten ook de rokken van fijn linnen, van geweven werk, voor Aäron en voor zijn zonen;
ויעשו את הכתנת שש מעשה ארג לאהרן ולבניו׃
En den hoed van fijn linnen, en de sierlijke mutsen van fijn linnen, en de linnen onderbroeken van fijn getweernd linnen;
ואת המצנפת שש ואת פארי המגבעת שש ואת מכנסי הבד שש משזר׃
En den gordel van fijn getweernd linnen, en van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, van geborduurd werk, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
ואת האבנט שש משזר ותכלת וארגמן ותולעת שני מעשה רקם כאשר צוה יהוה את משה׃
Zij maakten ook de plaat van de kroon der heiligheid van louter goud, en zij schreven daarop een schrift, met zegelgravering: De HEILIGHEID DES HEEREN.
ויעשו את ציץ נזר הקדש זהב טהור ויכתבו עליו מכתב פתוחי חותם קדש ליהוה׃
En zij hechtten een snoer van hemelsblauw daaraan, om aan den hoed van boven te hechten, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
ויתנו עליו פתיל תכלת לתת על המצנפת מלמעלה כאשר צוה יהוה את משה׃
Aldus werd al het werk des tabernakels, van de tent der samenkomst voleind; en de kinderen Israëls hadden het gemaakt naar alles, wat de HEERE aan Mozes geboden had; alzo hadden zij het gemaakt.
ותכל כל עבדת משכן אהל מועד ויעשו בני ישראל ככל אשר צוה יהוה את משה כן עשו׃
Daarna brachten zij den tabernakel tot Mozes, de tent, en al haar gereedschap, haar haakjes, haar berderen, haar richelen, en haar pilaren, en haar voeten;
ויביאו את המשכן אל משה את האהל ואת כל כליו קרסיו קרשיו בריחו ועמדיו ואדניו׃
En het deksel van roodgeverfde ramsvellen, en het deksel van dassenvellen, en den voorhang van het deksel;
ואת מכסה עורת האילם המאדמים ואת מכסה ערת התחשים ואת פרכת המסך׃
De ark der getuigenis, en haar handbomen, en het verzoendeksel;
את ארן העדת ואת בדיו ואת הכפרת׃
De tafel, met al haar gereedschap, en de toonbroden;
את השלחן את כל כליו ואת לחם הפנים׃
Den louteren kandelaar met zijn lampen, de lampen, die men toerichten moest, en al deszelfs gereedschap, en de olie tot het licht;
את המנרה הטהרה את נרתיה נרת המערכה ואת כל כליה ואת שמן המאור׃
Verder het gouden altaar, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen, en het deksel van de deur der tent.
ואת מזבח הזהב ואת שמן המשחה ואת קטרת הסמים ואת מסך פתח האהל׃
Het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het heeft, deszelfs handbomen, en al zijn gereedschap; het wasvat en zijn voet;
את מזבח הנחשת ואת מכבר הנחשת אשר לו את בדיו ואת כל כליו את הכיר ואת כנו׃
De behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten, en het deksel van de poort des voorhofs, zijn zelen, en zijn pennen, en al het gereedschap van den dienst des tabernakels, tot de tent der samenkomst;
את קלעי החצר את עמדיה ואת אדניה ואת המסך לשער החצר את מיתריו ויתדתיה ואת כל כלי עבדת המשכן לאהל מועד׃
De ambtsklederen, om in het heiligdom te dienen, de heilige klederen van den priester Aäron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bedienen.
את בגדי השרד לשרת בקדש את בגדי הקדש לאהרן הכהן ואת בגדי בניו לכהן׃
Naar alles, wat de HEERE aan Mozes geboden had, alzo hadden de kinderen Israëls het ganse werk gemaakt.
ככל אשר צוה יהוה את משה כן עשו בני ישראל את כל העבדה׃
Mozes nu bezag het ganse werk, en ziet, zij hadden het gemaakt, gelijk als de HEERE geboden had; alzo hadden zij het gemaakt. Toen zegende Mozes hen.
וירא משה את כל המלאכה והנה עשו אתה כאשר צוה יהוה כן עשו ויברך אתם משה׃