Toen riep Achis David, en zeide tot hem: Het is zo waarachtig als de HEERE leeft, dat gij oprecht zijt, en uw uitgang en uw ingang met mij in het leger is goed in mijn ogen; want ik heb geen kwaad bij u gevonden, van dien dag af, dat gij tot mij zijt gekomen, tot dezen dag toe; maar gij zijt niet aangenaam in de ogen der vorsten.
ויקרא אכיש אל דוד ויאמר אליו חי יהוה כי ישר אתה וטוב בעיני צאתך ובאך אתי במחנה כי לא מצאתי בך רעה מיום באך אלי עד היום הזה ובעיני הסרנים לא טוב אתה׃