De kinderen van Thola nu waren Uzzi, en Refaja, en Jeriel, en Jachmai, en Jibsam, en Samuël; hoofden van de huizen hunner vaderen, van Thola, kloeke helden in hun geslachten; hun getal was in de dagen van David twee en twintig duizend en zeshonderd.
ובני תולע עזי ורפיה ויריאל ויחמי ויבשם ושמואל ראשים לבית אבותם לתולע גבורי חיל לתלדותם מספרם בימי דויד עשרים ושנים אלף ושש מאות׃