En Ik zal den troon der koninkrijken omkeren, en verdelgen de vastigheid van de koninkrijken der heidenen; en Ik zal den wagen omkeren, en die daarop rijden; en de paarden, en die daarop rijden, zullen nederstorten, een iegelijk in des anderen zwaard. Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal Ik u nemen, o Zerubbabel, gij zoon van Sealthiël, Mijn knecht! spreekt de HEERE, en Ik zal u stellen, als een zegelring; want u heb Ik verkoren, spreekt de Heere der heirscharen.
Jou sa a, m'ap pran ou, ou menm Zowobabèl, sèvitè m' lan, pitit gason Chealtyèl la, m'ap ba ou pouvwa pou gouvènen nan non mwen, paske se ou menm mwen chwazi pou sa. Se Seyè ki gen tout pouvwa a ki di sa