I Kings 8

Toen vergaderde Salomo de oudsten van Israël, en al de hoofden der stammen, de oversten der vaderen, onder de kinderen Israëls, tot den koning Salomo te Jeruzalem, om de ark des verbonds des HEEREN op te brengen uit de stad Davids, dewelke is Sion.
آنگاه سلیمان تمام رهبران طایفه‌‌‌‌‌ها و خاندانهای ‌اسرائیل را در اورشلیم جمع کرد تا صندوق پیمان خداوند را از شهر داوود، یعنی صهیون، به معبد بزرگ بیاورند.
En alle mannen van Israël verzamelden zich tot den koning Salomo, in de maand Ethanim op het feest; die is de zevende maand.
همهٔ مردان اسرائیل در ماه ایتانیم که ماه هفتم است، در عید خیمه‌ها نزد سلیمان پادشاه جمع شدند.
En al de oudsten van Israël kwamen; en de priesters namen de ark op.
هنگامی‌که همهٔ رهبران اسرائیل آمدند، کاهنان صندوق پیمان را بلند کردند
En zij brachten de ark des HEEREN en de tent der samenkomst opwaarts mitsgaders al de heilige vaten, die in de tent waren; en de priesters en de Levieten brachten dezelve opwaarts.
و به معبد بزرگ آوردند. لاویان و کاهنان، همچنین خیمهٔ مقدّس خداوند و همهٔ ظروف مقدّسی را نیز که داخل آن بود، آوردند.
De koning Salomo nu en de ganse vergadering van Israël, die bij hem vergaderd waren, waren met hem voor de ark, offerende schapen en runderen, die vanwege de menigte niet konden geteld, noch gerekend worden.
سلیمان پادشاه و همهٔ مردم اسرائیل در مقابل صندوق پیمان جمع شدند و تعداد بی‌شماری گوسفند و گاو قربانی کردند.
Alzo brachten de priesteren de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim.
کاهنان صندوق پیمان خداوند را در جای خود در داخل معبد بزرگ و در مقدّسترین مکان زیر بالهای مجسمهٔ فرشتگان نگهبان قرار دادند.
Want de cherubim spreidden beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven.
بالهای گستردهٔ فرشتگان نگهبان روی صندوق پیمان، چوبهایی را که با آنها صندوق حمل می‌شد، می‌پوشاند.
Daarna schoven zij de handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden uit het heiligdom voor aan de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij zijn aldaar tot op dezen dag.
این چوبها آن‌قدر بلند بودند که از مقدّسترین مکان که قبل از محراب بود دیده می‌شدند، امّا از خارج دیده نمی‌شدند و تا به امروز در همان‌جا هستند.
Er was niets in de ark, dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de HEERE een verbond maakte met de kinderen Israëls, toen zij uit Egypteland uitgetogen waren.
در صندوق پیمان چیزی جز دو لوح سنگی که موسی در کوه سینا -‌جایی که خداوند با قوم اسرائیل هنگام خروجشان از مصر پیمان بست- در آن گذاشته بود، نبود.
En het geschiedde, als de priesters uit het heilige uitgingen, dat een wolk het huis des HEEREN vervulde.
هنگامی‌که کاهنان از جایگاه مقدّس خارج شدند، ابری معبد بزرگ را پُر کرد،
En de priesters konden niet staan om te dienen, vanwege de wolk; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis des HEEREN vervuld.
به طوری که کاهنان نتوانستند وظایف خود را انجام دهند، زیرا نور درخشان و خیره کنندهٔ حضور خداوند آنجا را پُر کرده بود.
Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen.
آنگاه سلیمان گفت: «خداوند فرموده است که در تاریکی غلیظ ساکن خواهد شد.
Ik heb immers een huis gebouwd, U ter woonstede, een vaste plaats tot Uw eeuwige woning.
اکنون من معبد با شکوهی برای تو ساخته‌ام، مکانی که تو تا ابد در آن ساکن شوی.»
Daarna wendde de koning zijn aangezicht om, en zegende de ganse gemeente van Israël; en de ganse gemeente van Israël stond.
آنگاه سلیمان پادشاه به آنها روی کرد و تمام جماعتی را که در آنجا ایستاده بودند برکت داد و
En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God Israëls, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met Zijn hand vervuld, zeggende:
گفت: «سپاس بر خداوند خدای اسرائیل که هرچه به پدرم داوود وعده داده بود، با دستهای خود انجام داد. به او فرموده بود،
Van dien dag af, dat Ik Mijn volk Israël uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israël, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israël wezen zou.
از زمانی که قوم خود اسرائیل را از مصر بیرون آوردم، شهری را در سرتاسر اسرائیل برنگزیدم که در آن معبدی ساخته شود تا من در آن ستایش شوم، امّا داوود را برگزیدم تا بر قوم من حکومت کند.
Het was ook in het hart van mijn vader David, een huis den Naam van den HEERE, den God Israëls, te bouwen.
«آرزوی پدرم داوود این بود که معبدی برای پرستش خداوند خدای اسرائیل بسازد.
Maar de HEERE zeide tot David, mijn vader: Dewijl dat in uw hart geweest is Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.
امّا خداوند به پدرم داوود گفت: 'خواست تو خوب بود که می‌خواستی معبدی برای من بنا کنی
Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw lendenen voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.
ولی تو این معبد را برای من بنا نخواهی کرد، بلکه پسری که برای تو به دنیا خواهد آمد، معبدی به نام من خواهد ساخت.'
Zo heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israël, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israël.
«اکنون خداوند به وعدهٔ خود وفا کرده است، زیرا من به جای پدرم داوود برخاسته‌ام و بر تخت سلطنت اسرائیل نشسته‌ام، همان‌طور که خداوند وعده داده بود و من معبد بزرگ را برای پرستش خدای اسرائیل ساخته‌ام.
En ik heb daar een plaats beschikt voor de ark, waarin het verbond des HEEREN is, hetwelk Hij met onze vaderen maakte, als Hij hen uit Egypteland uitvoerde.
در آنجا مکانی برای صندوق پیمان فراهم آورده‌ام، پیمانی كه خداوند، هنگامی‌که نیاکان ما را از مصر بیرون آورد، با آنها بست.»
En Salomo stond voor het altaar des HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israël, en breidde zijn handen uit naar den hemel;
آنگاه سلیمان درحالی‌که تمام قوم اسرائیل حاضر بودند، در مقابل قربانگاه در حضور خداوند ایستاد. دستهای خود را به سوی آسمان بلند کرد
En hij zeide: HEERE, God van Israël, er is geen God, gelijk Gij, boven in den hemel, noch beneden op de aarde, houdende het verbond en de weldadigheid aan Uw knechten, die voor Uw aangezicht met hun ganse hart wandelen;
و گفت: «ای خداوند خدای اسرائیل، هیچ خدایی چون تو در آسمان و در روی زمین نیست! تو پیمان خود را با قوم خویش نگاه می‌داری و هنگامی‌که با تمام دل در زندگی از تو پیروی می‌کنند، محبّت خود را به آنها نشان می‌دهی.
Die Uw knecht, mijn vader David, gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld, gelijk het te dezen dage is.
تو وعدهٔ خود را با پدرم داوود، نگاه داشتی؛ امروز همهٔ سخنان تو به حقیقت پیوسته است.
En nu HEERE, God van Israël, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die op den troon van Israël zitte; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen voor Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.
اکنون ای خداوند خدای اسرائیل، وعده‌ای را که به بندهٔ خود، پدرم داوود داده‌ای، نگاه‌دار که فرمودی: همواره یکی از فرزندان او بر تخت پادشاهی اسرائیل خواهد نشست، اگر مانند او از تو پیروی کنند.
Nu dan, o God van Israël, laat toch Uw woord waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, mijn vader David.
پس اکنون ای خدای اسرائیل، بگذار هرآنچه را به بنده‌ات، پدرم داوود وعده داده بودی، به حقیقت بپیوندد.
Maar waarlijk, zou God op de aarde wonen? Zie, de hemelen, ja, de hemel der hemelen zouden U niet begrijpen, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb!
«امّا ای خدا، آیا براستی تو در زمین ساکن خواهی شد؟ حتّی همهٔ آسمانها گنجایش تو را ندارند، پس چگونه این معبد بزرگ، تو را در خود جای خواهد داد؟
Wend U dan nog tot het gebed van Uw knecht, en tot zijn smeking, o HEERE, mijn God, om te horen naar het geroep en naar het gebed, dat Uw knecht heden voor Uw aangezicht bidt.
ای خداوند، خدا، من بندهٔ تو هستم، به نیایش من گوش فرا ده و درخواست امروز مرا برآورده کن.
Dat Uw ogen open zijn, nacht en dag, over dit huis, over deze plaats, van dewelke Gij gezegd hebt: Mijn Naam zal daar zijn; om te horen naar het gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats.
باشد که چشمان تو روز و شب بر این معبد بزرگ باشد، مکانی که تو برگزیده‌ای تا ستایش شوی، هنگامی‌که به سوی این معبد بزرگ نیایش می‌کنم مرا بشنو.
Hoor dan naar de smeking van Uw knecht, en van Uw volk Israël, die in deze plaats zullen bidden; en Gij, hoor in de plaats Uwer woning, in den hemel, ja, hoor, en vergeef.
نیایش‌های مرا بشنو، نیایش‌های قوم خود را، هنگامی‌که به سوی این مکان روی می‌کنند، بشنو؛ از جایگاه خود در آسمانها ما را بشنو و ما را ببخش.
Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en hij hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken; en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal;
«هرگاه کسی متّهم به جرمی‌ علیه دیگری گردد و به قربانگاه این معبد بزرگ آورده شود تا سوگند یاد کند که بی‌گناه است،
Hoor Gij dan in den hemel, en doe, en richt Uw knechten, veroordelende den ongerechtige, gevende zijn weg op zijn hoofd, en rechtvaardigende den gerechtige, gevende hem naar zijn gerechtigheid.
ای خداوند، در آسمانها بشنو و عمل کن و بندگان خود را داوری کن، گناهکار را مجازات و آنچه کرده است بر سر او فرود آور و بی‌گناهان را طبق نیکوکاری ایشان پاداش بده.
Wanneer Uw volk Israël zal geslagen worden voor het aangezicht des vijands, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich tot U bekeren, en Uw Naam belijden, en tot U in dit huis bidden en smeken zullen;
«هنگامی‌که قوم تو اسرائیل، به‌خاطر گناه علیه تو از دشمنانشان شکست می‌خورند، آنگاه که به سوی تو باز می‌گردند و به این معبد بزرگ می‌آیند و با فروتنی برای بخشش، تو را نیایش می‌کنند،
Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israël, en breng hen weder in het land, dat Gij hun vaderen gegeven hebt.
از آسمانها آنها را بشنو، گناه قوم خود را ببخش و آنها را به سرزمینی که به نیاکان ایشان دادی، بازگردان.
Als de hemel zal gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben; en zij in deze plaats bidden, en Uw Naam belijden, en van hun zonden zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd zult hebben;
«هنگامی‌که آسمان بسته می‌شود و به‌خاطر گناه علیه تو، باران نمی‌بارد، اگر آنها به سوی این مکان دعا کنند و نام تو را بخوانند و از گناه بازگردند،
Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israël, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.
از آسمانها آنها را بشنو. گناهان پادشاه و مردم اسرائیل را ببخش و به آنها درستکاری بیاموز. پس ای خداوند، به آن سرزمینی که به عنوان ارث دایمی به قومت بخشیده‌ بودی، باران بفرست.
Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren, honigdauw, sprinkhanen, kevers wezen zullen, als zijn vijand in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plage, of enige krankheid wezen zal;
«هرگاه این سرزمین دچار خشکسالی یا طاعون شود یا محصولات آن در اثر بادهای سوزان و هجوم ملخ از بین رود، یا دشمن قوم تو را در هریک از شهرها محاصره کند، هر بلا و مرضی که باشد.
Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, van al Uw volk Israël, geschieden zal; als zij erkennen, een ieder de plage zijns harten, en een ieder zijn handen in dit huis uitbreiden zal;
نیایش‌های آنها را بشنو، اگر هرکس از قوم تو اسرائیل، با قلبی پر از اندوه دستهای خود را به سوی این معبد بزرگ با نیایش بلند کند،
Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen;
نیایش‌های آنها را بشنو. از جایگاه خود در آسمانها به آنها گوش فرا ده. ایشان را ببخشای و یاری کن، تنها تو از اندیشهٔ قلب انسان آگاهی. با هرکس، هر آن گونه که سزاوار است، عمل کن.
Opdat zij U vrezen al de dagen, die zij leven zullen in het land, dat Gij onzen vaderen gegeven hebt.
تا آنها در تمام مدّتی که در سرزمینی که تو به نیاکانشان داده‌ای، همیشه زندگی کنند و از تو بترسند.
Zelfs ook aangaande den vreemde, die van Uw volk Israël niet zal zijn, maar uit verren lande om Uws Naams wil komen zal;
«همچنین وقتی بیگانه‌ای که در سرزمین دوردستی زندگی می‌کند، نام تو و کارهای عظیمی ‌که تو برای قوم خود انجام داده‌ای، بشنود و برای دعا و ستایش تو به این معبد بزرگ بیاید،
(Want zij zullen horen van Uw groten Naam, en van Uw sterke hand, en van Uw uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis;
«همچنین وقتی بیگانه‌ای که در سرزمین دوردستی زندگی می‌کند، نام تو و کارهای عظیمی ‌که تو برای قوم خود انجام داده‌ای، بشنود و برای دعا و ستایش تو به این معبد بزرگ بیاید،
Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen, gelijk Uw volk Israël, en om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb.
نیایش او را بشنو. از آسمان که جایگاه توست، او را بشنو و آنچه را از تو درخواست می‌کند، برآورده کن تا همهٔ مردم جهان مانند قوم تو اسرائیل، تو را بشناسند و از تو پیروی کنند. آنگاه آنها خواهند دانست این معبد بزرگی که من ساخته‌ام، مکانی است که تو باید ستایش شوی.
Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijand uittrekken zal door den weg, dien Gij hen henen zenden zult, en zullen tot den HEERE bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb;
«آنگاه که تو به مردم خود امر می‌کنی که به جنگ علیه دشمنانشان بروند و آنها به سوی این شهر که تو برگزیده‌ای و این معبد بزرگ که من برای تو ساخته‌ام، به درگاه تو نیایش کنند، هرکجا که هستند،
Hoor dan in den hemel hun gebed en hun smeking, en voer hun recht uit.
نیایش آنها را بشنو. از آسمانها ایشان را بشنو و پیروزشان گردان.
Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in des vijands land, dat verre of nabij is.
«هنگامی‌که قوم تو علیه تو مرتکب گناه می‌شود -‌زیرا هیچ‌کس نیست که گناه نکند- و تو در خشم خود اجازه می‌دهی که دشمن آنها را شکست دهد و به اسارت به سرزمینی دیگر ببرد، حتّی اگر آن سرزمین دور دست باشد.
En zij in het land, waar zij gevankelijk weggevoerd zijn, weder aan hun hart brengen zullen, dat zij zich bekeren, en tot U smeken in het land dergenen, die ze gevankelijk weggevoerd hebben, zeggende: Wij hebben gezondigd, en verkeerdelijk gedaan, wij hebben goddelooslijk gehandeld;
نیایش مردم خود را بشنو. اگر ایشان در آن سرزمین توبه کنند و اعتراف نمایند که چه پلید و گناهکار هستند، خداوندا نیایش ایشان را بشنو.
En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart, en met hun ganse ziel, in het land hunner vijanden, die hen gevankelijk weggevoerd zullen hebben; en tot U bidden zullen naar den weg van hun land (hetwelk Gij hun vaderen gegeven hebt), naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb;
اگر ایشان با تمامی دل و جان خود، در سرزمین دشمنان خود که آنها را به اسارت برده‌اند، توبه کنند و به سوی سرزمینی که به نیاکانشان دادی و شهری که تو برگزیدی و معبد بزرگی که من به نام تو ساخته‌ام، نیایش کنند،
Hoor dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, hun gebed en hun smeking en voer hun recht uit;
آنگاه نیایش ایشان را بشنو. از جایگاه خود در آسمانها نیایش ایشان را بشنو و نسبت به آنها بخشنده باش.
En vergeef aan Uw volk, dat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen, die ze gevangen houden, opdat zij zich hunner ontfermen;
مردمی ‌را که علیه تو گناه و سرکشی کرده‌اند، ببخش و قلب کسانی‌که ایشان را به اسارت گرفته‌اند، نرم ساز تا شاید بر ایشان مهربانی کنند.
Want zij zijn Uw volk en Uw erfdeel, die Gij uitgevoerd hebt uit Egypteland, uit het midden des ijzeren ovens;
چون ایشان قوم و میراث تو هستند که از مصر، از میان کوره آهن بیرون آوردی.
Opdat Uw ogen open zijn tot de smeking van Uw knecht, en tot de smeking van Uw volk Israël, om naar hen te horen, in al hun roepen tot U.
«بگذار تا چشمان تو بر زاری خدمتکار تو و زاری قوم تو اسرائیل گشوده باشد و هنگامی‌که تو را می‌خوانند، ایشان را بشنوی.
Want Gij hebt hen U tot een erfdeel afgezonderd, uit alle volken der aarde; gelijk als Gij gesproken hebt door den dienst van Mozes, Uw knecht, als Gij onze vaderen uit Egypte uitvoerdet, Heere HEERE!
چون تو ایشان را از میان تمامی ‌مردم جهان برگزیدی تا میراث تو باشند، همان‌گونه که به موسی خدمتگزار خود، هنگامی‌که نیاکان ما را از مصر بیرون آوردی، اعلام کردی.»
Het geschiedde nu, als Salomo voleind had dit ganse gebed, en deze smeking tot den HEERE te bidden, dat hij van voor het altaar des HEEREN opstond, van het knielen op zijn knieën, met zijn handen uitgebreid naar den hemel;
پس از آن که سلیمان نیایش و زاری خود را به خداوند پایان داد از برابر قربانگاه که زانو زده و دستهای خود را به سوی آسمان برافراشته بود، برخاست
Zo stond hij, en zegende de ganse gemeente van Israël, zeggende met luider stem:
و ایستاد و با آوازی بلند همهٔ کسانی را که در آنجا گرد آمده بودند، برکت داد و گفت:
Geloofd zij de HEERE, Die aan Zijn volk Israël rust gegeven heeft, naar alles, wat Hij gesproken heeft! Niet een enig woord is er gevallen van al Zijn goede woorden, die Hij gesproken heeft door den dienst van Mozes, Zijn knecht.
«سپاس بر خداوند باد که طبق همهٔ وعده‌های خود به قوم خود اسرائیل آرامی بخشید، و به همهٔ وعده‌های نیکویی که توسط موسی خدمتگزار او داده شده بود، وفا کرد.
De HEERE, onze God, zij met ons, gelijk als Hij geweest is met onze vaderen; Hij verlate ons niet, en begeve ons niet;
خداوند خدای ما، با ما باشد، همان‌طور که با نیاکان ما بود و ما را ترک و رها نکند.
Neigende tot Zich ons hart, om in al Zijn wegen te wandelen, en om te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft.
باشد که او دلهای ما را به سوی خود مایل گرداند تا در راه او گام برداریم و فرمانها و قوانینی را که به نیاکان ما داد بجا آوریم.
En dat deze mijn woorden, waarmede ik voor den HEERE gesmeekt heb, mogen nabij zijn voor den HEERE, onzen God, dag en nacht; opdat Hij het recht van Zijn knecht uitvoere, en het recht van Zijn volk Israël, elkeen dagelijks op zijn dag.
تا خداوند خدای ما همواره این نیایش را به یاد داشته باشد و با بخشندگی، نیاز روزانهٔ مردم اسرائیل و پادشاه ایشان را برآورده کند.
Opdat alle volken der aarde weten, dat de HEERE die God is, niemand meer;
تا همهٔ مردم جهان بدانند که خداوند ما یکتاست و به جز او خدایی نیست.
En ulieder hart volkomen zij met den HEERE, onzen God, om te wandelen in Zijn inzettingen, en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen dage.
باشد که شما که قوم او هستید، همیشه به خداوند خدای ما وفادار باشید. قوانین و فرامین او را همان‌طور که امروز پیروی می‌کنید بجا آورید.»
En de koning, en gans Israël met hem, offerden slachtofferen voor het aangezicht des HEEREN.
آنگاه سلیمان پادشاه و تمام قوم اسرائیل در برابر خداوند قربانی کردند.
En Salomo offerde ten dankoffer, dat hij den HEERE offerde, twee en twintig duizend runderen, en honderd en twintig duizend schapen. Alzo hebben zij het huis des HEEREN ingewijd, de koning en al de kinderen Israëls.
سلیمان بیست و دو هزار گاو و یکصد و بیست هزار گوسفند برای قربانی سلامتی به خداوند تقدیم کرد. پس پادشاه و همهٔ قوم اسرائیل معبد بزرگ را تقدیس کردند.
Ten zelfden dage heiligde de koning het middelste des voorhofs, dat voor het huis des HEEREN was, omdat hij aldaar het brandoffer en het spijsoffer bereid had, mitsgaders het vet der dankofferen; want het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, was te klein, om de brandofferen, en de spijsofferen, en het vet der dankofferen te vatten.
در همان روز پادشاه وسط حیاط جلوی معبد بزرگ را تقدیس کرد. چون قربانگاه برنزی گنجایش همهٔ قربانی‌ها را نداشت. قربانی‌های سوختنی، هدایای آردی و چربی قربانی‌های سلامتی را در آنجا تقدیم کرد.
Terzelfder tijd ook hield Salomo het feest, en gans Israël met hem, een grote gemeente, van den ingang af van Hamath tot de rivier van Egypte, voor het aangezicht des HEEREN, onzes Gods, zeven dagen en zeven dagen, zijnde veertien dagen.
پس پادشاه با همهٔ قوم اسرائیل در آن زمان به مدّت هفت روز عید خیمه‌ها را برپا نمود و انبوهی از جمعیّت از راه دور، از گذرگاه حمات تا مرز مصر در جنوب در آنجا بودند.
Op den achtsten dag liet hij het volk gaan, en zij zegenden den koning; daarna gingen zij naar hun tenten, blijde en goedsmoeds over al het goede, dat de HEERE aan David, Zijn knecht, en aan Israël, Zijn volk, gedaan had.
در روز هشتم سلیمان مردم را روانه کرد و آنها پادشاه را برکت دادند و با شادمانی و با دلی شاد از همهٔ خوبی‌هایی که خداوند به داوود خدمتگزار خود و همهٔ قوم اسرائیل نشان داد، به خانه‌های خود رفتند.