En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren.
Viaj sagoj estas akraj;
Kaj, faligante antaŭ vi la popolojn,
Ili penetros en la koron de la malamikoj de la reĝo.
In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden.
Ili estas kondukataj kun ĝojo kaj kantoj;
Ili eniras en la palacon de la reĝo.
In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde. Ik zal Uws Naams doen gedenken van elk geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos.
Mi memorigos vian nomon de generacio al generacio;
Tial gloros vin popoloj ĉiam kaj eterne.