Uw doden zullen leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn als een dauw der moeskruiden, en het land zal de overledenen uitwerpen.
Reviviĝos Viaj mortintoj, miaj kadavroj releviĝos. Vekiĝu kaj ĝoju vi, kuŝantaj en la tero; ĉar roso sur kreskaĵoj estas Via roso, kaj la tero elĵetos la mortintojn.