En het geschiedde omtrent na drie maanden, dat men Juda te kennen gaf, zeggende: Thamar, uw schoondochter, heeft gehoereerd, en ook zie, zij is zwanger van hoererij. Toen zeide Juda: Breng ze hervoor, dat zij verbrand worde!
Post la paso de tri monatoj oni sciigis al Jehuda, dirante: Tamar, via bofilino, malĉastiĝis, kaj ŝi eĉ gravediĝis de malĉasteco. Tiam Jehuda diris: Elkonduku ŝin, kaj oni ŝin brulmortigu.