Uw goed, en uw marktwaren, uw onderlinge koophandel, uw zeelieden, en uw schippers; die uw breuken verbeteren, en die onderlingen handel met u drijven, en al uw krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in het midden van u is, zullen vallen in het hart der zeeën, ten dage van uw val.
dit Gods, dine Varer, din Vinding, dine Søfolk og Styrmænd, de, der bøded din Læk, dine Handelsfolk, alt dit krigsfolk, som var om Bord, alt Mandskab i din Midte styrter i Havets dyb, den Dag du falder.