Ook gingen uit hen, te weten uit de kinderen van Simeon, vijfhonderd mannen, tot het gebergte van Seir; en Pelatja, en Nearja, en Refaja, en Uzziël, de zonen van Isei, waren hun tot hoofden.
Af dem, af Simeoniterne, drog 500 Mand til Se'irs Bjerge under Ledelse af Pelatja, Nearj'a, Refaja og Uzziel, Jisj'is Sønner,