Het woord des HEEREN, hetwelk geschied is tot Zefanja, den zoon van Cuschi, den zoon van Gedalja, den zoon van Amarja, den zoon van Hizkia; in de dagen van Josia, den zoon van Amon, den koning van Juda.
Slovo Hospodinovo, kteréž se stalo k Sofoniášovi synu Chusi, syna Godoliášova, syna Amariášova, syna Ezechiášova, za dnů Joziáše syna Amonova, krále Judského.