Psalms 111

Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten.
Halelujah. Slaviti budu Hospodina z celého srdce, v radě přímých i v shromáždění;
Gimel. De werken des HEEREN zijn groot; Daleth. zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben.
Veliké skutky Hospodinovy, a patrné všechněm, kteříž v nich líbost mají;
He. Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; Vau. en Zijn gerechtigheid bestaat in der eeuwigheid.
Slavné a překrásné dílo jeho, a spravedlnost jeho zůstávající na věky.
Zain. Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; Cheth. de HEERE is genadig en barmhartig.
Památku způsobil předivnými skutky svými milostivý a milosrdný Hospodin.
Teth. Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; Jod. Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond.
Pokrm dal těm, kteříž se ho bojí, pamětliv jsa věčně na smlouvu svou.
Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke bekend gemaakt; Lamed. hun gevende de erve der heidenen.
Mocné skutky své oznámil lidu svému, dav jim dědictví pohanů.
Mem. De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; Nun. al Zijn bevelen zijn getrouw.
Skutkové rukou jeho pravda a soud, a nepohnutelní všickni rozkazové jeho.
Samech. Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; Ain. zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid.
Upevnění na věčnou věčnost; učiněni jsou v pravdě a v pravosti.
Pe. Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Tsade. Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig en vreselijk.
Vykoupení poslav lidu svému, přikázal na věky smlouvu svou; svaté a hrozné jest jméno jeho.
Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Počátek moudrosti jest bázeň Hospodina; rozumu výborného nabývají všickni, kteříž činí ty věci; chvála jeho zůstává na věky.