En gebiedt hun, zeggende: Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats van de voeten der priesteren, en bereidt twaalf stenen, en brengt ze met ulieden over, en stelt ze in het nachtleger, waar gij dezen nacht zult vernachten.
A přikažte jim, řkouce: Vezměte sobě odsud z prostřed Jordánu, s místa, na němž stály nohy kněžské nepohnutě, dvanácte kamenů, a vyneste je s sebou, a sklaďte v ležení, v kterémž přes tuto noc pozůstanete),