Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrië, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee.
I bude v ten den, že přičiní Pán po druhé ruky své, aby shledal ostatky lidu svého, což jich zanecháno bude od Assura, a od Egypta, a od Patros, a od Chus, a od Elam, a od Sinear, a od Emat, a od ostrovů mořských.