Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel;
Poněvadž tedy dítky účastnost mají těla a krve, i on též podobně účasten jest jich, aby skrze smrt zahladil toho, kterýž má vládařství smrti, to jest ďábla,