Zie toch, Uw knecht heeft genade gevonden in Uw ogen, en Gij hebt Uw weldadigheid groot gemaakt, die Gij aan mij gedaan hebt, om mijn ziel te behouden bij het leven; maar ik zal niet kunnen behouden worden naar het gebergte heen, opdat mij niet misschien dat kwaad aankleve, en ik sterve!
Aj, nyní nalezl služebník tvůj milost před očima tvýma, a veliké jest milosrdenství tvé, kteréž jsi učinil se mnou, když jsi zachoval duši mou; ale jáť nebudu moci ujíti na tu horu, aby mne nepostihlo to zlé, a umřel bych.