Maar de Levietische priesters, de kinderen van Zadok, die de wacht Mijns heiligdoms hebben waargenomen, als de kinderen Israëls van Mij afdwaalden, die zullen tot Mij naderen, om Mij te dienen; en zullen voor Mijn aangezicht staan, om Mij het vette en het bloed te offeren, spreekt de Heere HEERE;
Kněží pak Levítští, synové Sádochovi, kteříž drželi stráž nad svatyní mou, když zbloudili synové Izraelští ode mne, ti budou přistupovati ke mně, aby mi přisluhovali, a státi před tváří mou, obětujíce mi tuk i krev, praví Panovník Hospodin.