Daarboven, wat Hij gedaan heeft aan Dathan, en aan Abiram, zonen van Eliab, den zoon van Ruben; hoe de aarde haar mond opendeed, en hen verslond met hun huisgezinnen, en hun tenten, ja, al wat bestond, dat hun aanging, in het midden van gans Israël.
A co učinil Dátanovi a Abironovi, synům Eliaba, syna Rubenova, když země otevřela ústa svá, a požřela je i čeledi jejich, stany jejich se vším statkem jejich, kterýž při sobě měli, u prostřed všeho Izraele.