En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste.
Viděl jsem také, an dotřel na toho skopce, a rozlítiv se proti němu, udeřil jej, tak že zlámal oba rohy jeho, a nebylo síly v skopci k odpírání jemu. A poraziv ho na zemi, pošlapal jej, aniž byl, kdo by vytrhl skopce z moci jeho.