En zij verwachtten, dat hij zou opzwellen, of terstond dood nedervallen. Maar als zij lang gewacht hadden, en zagen, dat geen ongemak hem overkwam, werden zij veranderd, en zeiden, dat hij een god was.
Oni pak očekávali, že oteče, aneb padna, pojednou umře. A když toho dlouho čekali a viděli, že se mu nic zlého nestalo, změnivše myšlení své, pravili, že jest on bůh.