Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde de tweede maal, en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik wederom kom, ik hen niet zal sparen;
Předpovědělť jsem, a předpovídám po druhé jako přítomný, a nepřítomný nyní píši těm, kteříž prve hřešili, i jiným všechněm, že přijdu-liť opět znovu, neodpustím,