Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt.
Ale toto pravím, že, což obětují pohané, ďáblům obětují, a ne Bohu. Nechtělť bych pak, abyste vy byli účastníci ďáblů.