En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.
Noge će mu, u dan onaj, stajati na Gori maslinskoj koja je nasuprot Jeruzalemu na istoku. I raskolit će se Gora maslinska po srijedi, između istoka i zapada, u golemu dolinu: jedna će se polovina pomaknuti na sjever, druga na jug.