En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen;
Kraljevi zemaljski, i velikaši, i vojvode, i bogataši, i mogućnici, rob i slobodnjak - svi se sakriše u spilje i pećine gorske