De voet der hovaardigen kome niet over mij, en de hand der goddelozen doe mij niet omzwerven. Aldaar zijn de werkers der ongerechtigheid gevallen; zij zijn nedergestoten, en kunnen niet weder opstaan.
Neka me ne zgazi noga ohola, i ruka grešnika neka me ne goni. [ (Psalms 36:13) Gle, padoše koji čine bezakonje: oboreni su da više ne ustanu. ]