Als hij de aarde aanschouwen zal, ziet, er zal benauwdheid en duisternis zijn; hij zal verduisterd zijn door angst, en voortgedreven door donkerheid. Maar het land, dat beangstigd was, zal niet gans verduisterd worden; gelijk als Hij het in den eersten tijd verachtelijk gemaakt heeft, naar het land van Zebulon aan, en naar het land van Nafthali aan, alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk gemaakt, naar den weg zeewaarts aan gelegen over de Jordaan, aan Galilea der heidenen.
pogleda l' po zemlji, gle, svuda samo mrak i strava, svuda tmina tjeskobna. Ali će se tama raspršiti, [ (Isaiah 8:23) jer više neće biti mraka gdje je sad tjeskoba. ] [ (Isaiah 8:24) U prvo vrijeme on obescijeni zemlju Zebulunovu i zemlju Naftalijevu, al' u vrijeme posljednje on će proslaviti Put uz more, s one strane Jordana - Galileju pogansku. ]