Dan zult gij roepen, en de HEERE zal antwoorden; gij zult schreeuwen, en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben Ik. Zo gij uit het midden van u wegdoet het juk, het uitsteken des vingers, en het spreken der ongerechtigheid;
Vikneš li, Jahve će ti odgovorit, kad zavapiš, reći će: "Evo me!" Ukloniš li iz svoje sredine jaram, ispružen prst i besjedu bezbožnu,