En het zal den vorst opleggen te offeren de brandofferen, en het spijsoffer, en het drankoffer, op de feesten, en op de nieuwe maanden, en op de sabbatten, op alle gezette hoogtijden van het huis Israëls; hij zal het zondoffer, en het spijsoffer, en het brandoffer, en de dankofferen doen, om verzoening te doen voor het huis Israëls.
A knez je dužan davati žrtve paljenice, prinosnice i ljevanice za svetkovine i za mlađake, za subote i blagdane doma Izraelova: on neka se postara za okajnicu, za pomirnicu, prinosnicu, paljenicu i pričesnicu za pomirenje doma Izraelova.'