En gij zult weten, dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen Israëls gesproken hebt, zeggende: Zij zijn verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven.
I znat ćeš da sam ja, Jahve, čuo sve tvoje hule što ih izreče na gore Izraelove govoreći: 'Opustješe, nama su dane za hranu!'