Deuteronomy 11

Daarom zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, en gij zult te allen dage onderhouden Zijn bevel, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, en Zijn geboden.
Ljubi, dakle, Jahvu, Boga svoga, i vrši u sve dane njegove naredbe, njegove zakone, uredbe i zapovijedi.
En gijlieden zult heden weten, dat ik niet spreek met uw kinderen, die het niet weten, en de onderwijzing des HEEREN, uws Gods, niet gezien hebben. Zijn grootheid, Zijn sterke hand en Zijn uitgestrekten arm;
Vi, a ne vaši sinovi, koji nisu ni upoznali ni vidjeli pouke Jahve, Boga vašega, danas ste se osvjedočili o njegovoj veličajnosti, o njegovoj moćnoj ruci, ispruženoj mišici,
Daartoe Zijn tekenen en Zijn daden, die Hij in het midden van Egypte gedaan heeft, aan Farao, den koning van Egypte, en aan zijn ganse land;
o znamenjima njegovima i o djelima što ih učini usred Egipta na faraonu, kralju egipatskom, i na svoj zemlji njegovoj;
En wat Hij gedaan heeft aan het heir der Egyptenaren, aan deszelfs paarden en aan deszelfs wagenen; dat Hij de wateren van de Schelfzee boven hun aangezicht deed overzwemmen, als zij ulieden van achteren vervolgden; en de HEERE verdeed hen, tot op dezen dag.
što je učinio egipatskoj vojsci, njihovim konjima i kolima; kako ih je preplavio vodama Crvenog mora kad su vas progonili i kako ih je zatro do današnjeg dana;
En wat Hij ulieden gedaan heeft in de woestijn, totdat gij gekomen zijt aan deze plaats.
što je za vas radio u pustinji dok ne stigoste do ovoga mjesta;
Daarboven, wat Hij gedaan heeft aan Dathan, en aan Abiram, zonen van Eliab, den zoon van Ruben; hoe de aarde haar mond opendeed, en hen verslond met hun huisgezinnen, en hun tenten, ja, al wat bestond, dat hun aanging, in het midden van gans Israël.
što je učinio s Datanom i Abiramom, sinovima Eliaba, Rubenova potomka, kad zemlja rastvori ralje svoje te ih proguta sred svega Izraela, njih i njihove obitelji, njihove šatore i sve što imahu.
Want het zijn uw ogen, die gezien hebben al dit grote werk des HEEREN, dat Hij gedaan heeft.
Vaše su oči vidjele sva ta velika djela što ih je Jahve učinio.
Houdt dan alle geboden, die ik u heden gebiede; opdat gij gesterkt wordt en inkomt, en erft het land, waarheen gij overtrekt, om dat te erven;
Zato držite sve zapovijedi što vam ih danas naređujem da budete jaki te uzmete u posjed zemlju u koju idete da je osvojite;
En opdat gij de dagen verlengt in het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft, aan hen en aan hun zaad te geven; een land, vloeiende van melk en honig.
napokon, da dugo živite u zemlji za koju se zakleo Jahve ocima vašim da će je dati njima i njihovu potomstvu - zemlju kojom teče med i mlijeko.
Want het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven, is niet als Egypteland, van waar gij uitgegaan zijt, hetwelk gij bezaaidet met uw zaad, en bewaterdet met uw gang, als een kruidhof.
Jer zemlja u koju ideš da je zaposjedneš nije kao zemlja egipatska iz koje ste izašli, gdje si, posijavši sjeme, morao svoj usjev svojom nogom natapati kao što se natapa povrtnjak.
Maar het land, waarheen gij overtrekt, om dat te erven, is een land van bergen en van dalen; het drinkt water bij den regen des hemels;
Zemlja u koju idete da je zaposjednete zemlja je bregova i dolova i natapa je dažd nebeski;
Een land, dat de HEERE, uw God, bezorgt; de ogen des HEEREN, uws Gods, zijn gedurig daarop, van het begin des jaars tot het einde des jaars.
zemlja nad kojom Jahve, Bog tvoj, bdi; na kojoj oči Jahve, Boga tvoga, uvijek počivaju, od početka do svršetka godine.
En het zal geschieden, zo gij naarstiglijk zult horen naar Mijn geboden, die Ik u heden gebiede, om den HEERE, uw God, lief te hebben, en Hem te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel;
Zato, ako doista poslušate zapovijedi koje vam danas izdajem i budete ljubili Jahvu, Boga svoga, i služili mu svim srcem svojim i svom dušom svojom,
Zo zal Ik den regen uws lands geven te zijner tijd, vroegen regen en spaden regen, opdat gij uw koren, en uw most, en uw olie inzamelt.
davat ću vašoj zemlji kišu u pravo vrijeme: u jesen i u proljeće, i moći ćeš sabirati svoje žito, svoje vino i svoje ulje;
En Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult eten en verzadigd worden.
travu ću davati po tvome polju tvome blagu. Tako ćeš jesti i biti sit.
Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt, en andere goden dient, en u voor die buigt;
Pazite da se vaše srce ne zavede, da ne pođete stranputicom, da drugim bogovima ne iskazujete štovanje i da im se ne klanjate.
Dat de toorn des HEEREN tegen ulieden ontsteke, en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn gewas niet geve; en gij haastelijk omkomt van het goede land, dat u de HEERE geeft.
Jer tada bi na vas Jahve usplamtio gnjevom: nebesa bi zatvorio; kiše ne bi bilo; zemlja ne bi davala roda i vas bi brzo nestalo s te dobre zemlje koju vam Jahve daje.
Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen;
Utisnite ove moje riječi u svoje srce i svoju dušu; kao znak ih privežite na svoju ruku; neka vam budu kao zapis među očima!
En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat;
Poučite u njima svoje sinove; izgovarajte ih kad sjedite u svojoj kući i kad idete putem; kad liježete i kad ustajete.
En schrijft ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten;
Ispišite ih na dovratnike svoje kuće i na svoja vrata
Opdat uw dagen, en de dagen uwer kinderen, in het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft hun te geven, vermenigvuldigen, gelijk de dagen des hemels op de aarde.
da vaši dani i dani vaših sinova u zemlji za koju se Jahve zakleo vašim ocima da će im je dati - budu brojni kao dani nebesa nad zemljom.
Want zo gij naarstiglijk houdt al deze geboden, die ik u gebiede om die te doen, den HEERE, uw God, liefhebbende, wandelende in al Zijn wegen, en Hem aanhangende;
Ako budete vjerno držali sve ove zapovijedi koje vam naređujem, vršili ih i ljubili Jahvu, Boga svoga, hodili svim njegovim putovima i čvrsto se priljubili uz njega,
Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven, en gij zult erfelijk bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt.
Jahve će ispred vas protjerati sve te narode i vi ćete s posjeda odagnati narode brojnije i jače od sebe.
Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn.
Svako mjesto na koje stupi vaša noga bit će vaše; od pustinje i Libanona, od Rijeke, rijeke Eufrata, do Zapadnog mora sterat će se vaše područje.
Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.
Nitko se neće održati pred vama; strah i trepet raširit će Jahve, Bog vaš, po svoj zemlji u koju stupite, kako vam je rekao.
Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek:
Gledajte! Nudim vam danas blagoslov i prokletstvo:
Den zegen, wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede;
blagoslov, budete li slušali zapovijedi Jahve, Boga svoga, koje vam danas dajem;
Maar den vloek, zo gij niet horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, en afwijkt van den weg, dien ik u heden gebiede, om andere goden na te wandelen, die gij niet gekend hebt.
a prokletstvo, ne budete li slušali zapovijedi Jahve, Boga svoga, nego sađete s puta koji vam danas određujem te pođete za drugim bogovima kojih niste poznavali.
En het zal geschieden, als u de HEERE, uw God, zal hebben ingebracht in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; dan zult gij den zegen uitspreken op den berg Gerizim, en den vloek op den berg Ebal.
Kada te Jahve, Bog tvoj, uvede u zemlju u koju ideš da je zaposjedneš, tada nad gorom Gerizimom izreci blagoslov, a prokletstvo nad gorom Ebalom.
Zijn zij niet aan gene zijde van de Jordaan, achter den weg van den ondergang der zon, in het land der Kanaänieten, die in het vlakke veld wonen, tegenover Gilgal, bij de eikenbossen van More?
Te se gore izdižu, kako znate, s onu stranu Jordana, za putom prema zapadu, u zemlji Kanaanaca, koji žive u Arabi, nasuprot Gilgalu, uz Hrast More.
Want gijlieden zult over de Jordaan gaan, dat gij inkomet om te erven dat land, dat de HEERE, uw God, u geven zal; en gij zult het erfelijk bezitten, en daarin wonen.
Eto ćete prijeći preko Jordana da zaposjednete zemlju koju vam daje Jahve, Bog vaš. Zaposjednite je i nastanite se u njoj.
Neemt dan waar te doen al de inzettingen en de rechten, die ik u heden voorstel.
Ali držite i vršite sve zakone i uredbe koje vam danas izlažem.